Hoe gebruikt u die, deze, dit en dat in een tekst? D eze en dit verwijzen naar wat volgt, d ie en dat verwijzen naar wat ervoor staat. De verwijswoorden die in een driedimensionale context naar ver verwijzen, verwijzen in een tweedimensionale context naar boven. De verwijswoorden die in een driedimensionale context naar dichtbij verwijzen, verwijzen in een tweedimensionale context naar onder. A. Naar boven verwijzen: We nemen drie maatregelen. Daarmee lossen we de crisis op. We nemen drie maatregelen. Die zullen de crisis oplossen. We gebruiken het crisishandboek. Dat zal ons helpen om de crisis goed aan te pakken. B. Naar onder verwijzen: We lossen de crisis hiermee op: .... We pakken de crisis aan met deze maatregelen: Maatregel 1 Maatregel 2 Maatregel 2 De crisis heeft vooral dit tot gevolg: ... C. Hier, dit en deze hebben een extra tweedimensionale toepassing. Ze verwijzen naar de hele tekst zelf: Dit reglem...
Vlugge oplossingen voor kleine situaties